A- A A+

Vaccinatie

DE VACCINATIES VAN UW HOND


Wat is een vaccin en hoe werkt het?

Een vaccin wordt toegediend opdat het lichaam zich kan beschermen tegen bepaalde virussen of bacteriën.
Zonder deze bescherming kunnen ze een zeer ernstige ziekte veroorzaken of zelfs dodelijk zijn.
Zo'n vaccin bestaat uit een bepaalde hoeveelheid of bepaalde delen van een welbepaald virus of bacterie, zodanig dat deze virussen of bacteriën niet meer gevaarlijk zijn.
Het vaccin zal dus uw huisdier niet ziek maken, maar wel het afweersysteem stimuleren om antistoffen te produceren. Het zijn dan ook deze antistoffen die uw huisdier zullen beschermen tegen deze ziekte.

De antistoffen zijn wel specifiek: dit wil zeggen: een vaccin met virus X dat verantwoordelijk is voor de ziekte X, zal antifstoffen in het lichaam doen ontstaan zodat uw huisdier niet meer vatbaar is voor de ziekte X, doch deze antistoffen X zullen het lichaam niet beschermen tegen ziekte Y. De bescherming die door een vaccin wordt verkregen neemt af met de tijd en kan enkel gestimuleerd worden door een nieuwe vaccinatie, de herhalings- of hervaccinatie genoemd.


Wanneer juist vaccineren?

  1. op 6 weken: puppy enting tegen hondenziekte en parvovirose
  2. op 9 weken: inenting tegen hondenziekte, parvovirose, rattenziekte, hepatitis & kennelhoest
  3. op 12 weken: herhalingsinenting tegen hondenziekte, parvovirose, rattenziekte hepatitis & kennelhoest

 

Tegen welke ziekten wordt uw hond gevaccineerd?

Hondenziekten, ziekte van carré & distemper

  • Deze ziekte wordt veroorzaakt door het hondenziektevirus. Het komt vooral voor bij honden, maar ook bij vossen en fretten.
  • De verpsreiding van deze ziekte gebeurt door direct contact met geïnfecteerde honden. Het virus is te vinden in uitvloei uit de neus en ogen, en komt op deze manier gemakkelijk in de lucht terecht. Honden die geïnfecteerd zijn kunnen zo het virus meerdere maanden uitscheiden. Het virus kan zelfs, hoewel het buiten de gastheer
    (d.w.z. de besmette hond) niet lang kan overleven, bv. via de kledij van de eigenaar overgebracht worden en zo andere onbeschermde honden besmetten. Het virus tast dus eerst het ademhalingstelsel aan, maar kan later zich verspreiden in het lichaam en bv. de hersenen aantasten.

Wat zie je als je hond hondenziekte heeft?

Uw hond  krijgt in het begin hoge koorst. Na enkele dagen kan die gepaard gaan met andere symptomen zoals:

- luchtwegaandoeningen: moeilijk ademen, neusuitvloei en hoesten
- spijsverteringsaandoeningen: braken en diarree
- huidaandoeningen: huidonsteking vooral op de neus en zoolkussentjes
- aandoeningen van het zenuwstelsel: toevallen, spierspasmen en verlammingen
- oogaandoeningen: tranende ogen


De diagnose kan gesteld worden met laboratoriumtests. Het is immers niet steeds zo dat wanneer een pup overgeeft of een snotneus heeft, ook daarom hondenziekte heeft.

Wat de behandeling betreft kan de hond niet behandeld worden tegen het virus zelf. Er is vooral een ondersteunende behandeling nodig die bestaat uit: antibiotica (om bijkomende bacteriële infecties te behandelen) & medicatie om braken, diarree of hoesten tegen te gaan.

De bandeling gebeurt via antibiotica, het is immers een bacteriële ziekte. Verder moeten eventueel andere beschadigde organen ondersteund worden. Een infuus kan nodig zijn om te voorkomen dat de hond uitdroogt. Ook kan medicatie tegen braken en diarree nodig zijn.

Bescherming gebeurt enkel door vaccinatie. Voor hondenshows en pensions is een recente vaccinatie verplicht omdat de bescherming tegen rattenziekte na vaccinatie vlugger afneemt dan de bescherming tegen andere ziekten.


Hepatitis, besmettelijke leverziekte

Deze zeer besmettelijke en soms dodelijke ziekte wordt nog voornamelijk aangetroffen bij ongevaccineerde pups. Deze ziekte wordt veroorzaakt door een virus
(canine adenovirus type I) en komt vooral voor bij honden en vossen. De besmetting gebeurt eigenlijk hoofdzakelijk door de opname van urine, uitwerpselen of speeksel van geïnfecteerde honden. Honden die hersteld zijn van zo'n infectie kunnen het virus nog tot 6 maanden uitscheiden en zo andere honden besmetten. De symptomen kunnen sterk variëren van zeer lichte ziektetekens tot plots overlijden.

- Peracute vorm: pups jonger dan 3 weken kunnen plots last van buikpijn krijgen en binnen een paar uur overlijden.
- Acute vorm (dit is het klassieke ziektebeeld): in het begin zijn de dieren alleen lusteloos. Ze hebben hoge koorts, ontsteking van de amandelen gecombineerd met felrode slijmvliezen en vergrote lymfeklieren onder de kaak. Daarna kan de hond beginnen braken of diarree vertonen en verliest hij zijn eetlust volledig. Geelzuch en bloedend tandvlees ontstaan wanneer er leverfalen optreedt. De hond heeft dan een ingetrokken buik van de pijn. Volledig herstel is mogelijk, maar kan weken duren.
- Lichte vorm: lichte koorts, met soms wat diarree en vergrote lymfeklieren.
- een typische symptoom is het melkglasoog. Dit komt frequent voor. We zien het een tiental dagen na de eerste verschijnselen optreden ten gevolge van oedeem van het oogoppervlak. Wat het oog een melkachtig uitzicht geeft. Dit verdwijnt vanzelf!

De diagnose kan vaak gesteld worden op basis van de symptomen en de ziektegeschiedenis. Eventueel kan de diagnose bevestigd worden in het labo. De ziekte kan niet rechtstreekt behandeld worden, en is dus vooral gericht op het berperken van de letsels: